Als de bliksem naar Isfahan

Op reis in Iran kom je bij het graf van Hafez in Shiraz.
Je weet niet wat je daar ziet: hele gezinnen bezoeken het graf en laten zich de toekomst voorspellen aan de hand van een regel Hafez, die voor jou door een vogeltje wordt uitgezocht.

Een Iraniër spreekt je aan en vraagt naar de dichters van Nederland. Je vertelt dat wij in Nederland geen fenomeen als Hafez kennen. Nederlanders van mijn leeftijd kennen misschien één gedicht uit het hoofd, maar dat is warempel wel een gedicht waarin Isfahan genoemd wordt. Hij vraagt of ik het voor zijn videocamera wil voordragen. Eerst geef ik een parafrase in het Engels en dan komt de tuinman:

 

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

 

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,

Mijn woning in: ‘Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,

Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,

Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,

Voor de avond nog bereik ik Isfahaan!’

 

Van middag (lang reeds was hij heen gespoed)

Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.

‘Waarom,’ zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,

‘Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?’

Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was 't,

Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,

Die 'k 's avonds halen moest in Isfahaan.’
Pieter Nicolaas van Eyck
 

Een paar dagen later ben ik in Isfahan. Ik kan niet anders dan de tuinman gelijk geven: heb je het gevoel dat je leven op de laatste bladzij is en heb je Isfahan nog niet gezien? Als de bliksem daar naartoe!
 

 

Kleine letters:

Op www.schriversinfo.nl staat een overzicht van de gedichten van Pieter Nicolaas van Eyck. Je ziet, dat de Tuinman met stip zijn bekendste gedicht is.