Het oude, moede lijf ontbeert de kracht te sterven; de ledematen zijn gebutst, de huid zo dun, het witte haar niet meer gekapt zoals voorheen, de ogen meest gesloten, soms geopend met een blik van wezenloosheid in een waas van opperste verbazing.
Dit is dezelfde vrouw die twee maanden geleden mij brood serveerde met tomatensoep mij bij haar thuis ontving met mijn gezin, mij nog vertellen kon van hoe het haar verging en luisterde naar onze wederwaardigheden.
Nog niets mee aan de hand tot voor enkele weken, ligt nu mijn oma hier gekluisterd aan een bed en een infuus, verward en verontwaardigd, maar boven alles moe, zo moe dat zelfs de dood een brug te ver lijkt in haar oud bestaan.
|
Kleine letters: Op 15 maart 2006 overleed mijn moeder Afke. Haar laatste jaar was niet haar sterkste, maar dat het laatste hoofdstuk
aangebroken was, drong pas de laatste weken tot ons door. Alle kinderen en kleinkinderen kwamen haar bezoeken en slechts af en toe had zij
nog met iemand contact. Ieder die haar heeft gezien op haar kamer in het ziekenhuis in Delft, kwam onder de indruk van haar broosheid, want
ieder kende haar als een sterke vrouw. |