Terug

De terrorist

Er was eens een terrorist die veel geoefend had met handgranaten en vlammenwerpers. Op een dag werd hij door zijn commandant op weg gestuurd om een 'vrijheidsactie' uit te voeren. Aan het eind van die dag sneuvelde de terrorist. Toen hij bij het Paradijs kwam ontmoette hij Mohammed. De profeet zat op het laatste kruispunt voor de poort om de mensen de weg te wijzen: rechtsaf naar de hemel en linksaf naar de hel.

Toen de terrorist aan de beurt was glom z'n gezicht van trots. Als kleine jongen was hij vaak bij de dodenherdenking van de soldaten geweest en hij geloofde dat gesneuvelde soldaten in de hemel komen. Mohammed hield hem tegen en vroeg: 'Vertel eens, tegen wie heb je gestreden en hoe ben je gesneuveld?'

De terrorist begon enthousiast te vertellen van zijn machinegeweer en de drukke winkelstraat, van de handgranaat en de touringcar, van de autobom en de kleuterschool.

Terwijl de ogen van Mohammed van verbazing zo groot werden als de volle maan, keek de terrorist over de schouder van de profeet heen het paradijs in. Hij zag twee meisjes in een waterval bij een palmboom. De terrorist zegt: 'Zeg, duurt dit nog lang, want ik wil naar het paradijs!'

'Vergeet het maar,' zei Mohammed, daar is geen plek voor jou.'

'Wat nou? Moet ik naar de hel dan?'

'Oh nee, ' zei Mohammed, 'je mag nog een keer naar de aarde. Je zult trouwen en heel gelukkig worden. Je mag een wandeling maken met je vrouw in een drukke winkelstraat. Je mag met je oudste zoon een reis maken in een touringcar en op een ochtend mag je je jongste dochter naar de kleuterschool brengen.'

 

Zoals de profeet gezegd had gebeurde, maar nog voor de man zijn dochter naar de kleuterschool had gebracht keerde hij bij Mohammed terug op het kruispunt: hij durfde op aarde niet verder en had zelfmoord gepleegd.

'Dat is niet zo mooi,' zei Mohammed, 'nu moet je nog een keer, want het verhaal is nog niet af.'

De terrorist begon te huilen als een kleuter: 'Wanneer komt dan het einde van mijn folteringen?'

'Dat weet ik niet,' zei de profeet, 'de duivel weet het getal van de folteringen.'

De terrorist rende linksaf naar de duivel en vroeg hem: 'Hoe vaak moet ik nog boeten voor mijn zonden?'

De duivel, die net met plezier de krant zat te lezen, keek verbaasd op: 'Oh jij? Wat moet je?'

'Wat is het getal van mijn folteringen?' riep de terrorist.

De duivel vouwde de krant langzaam dicht en zweeg. Na meer dan een half uur stilte zuchtte hij en sprak: 'Als je dit écht allemaal gedaan had, zou ik geen getal weten dat voor jou groot genoeg is. Maar omdat jij ook maar een terrorist bent uit een sprookje, moet het nu maar uit zijn!'