Terug

HET KONIJNTJE

Vlak voor de kerstdagen in 2002, was het weer eens raak: het gerucht ging dat er een poster van de Dierenbescherming op de bushokjes te zien was: schokkend!
Ik sprong op de fiets en rende door de stad, want ik ben wel een beetje een ramptoerist. Helaas, nergens iets te zien.

De volgende dag in de krant: de NS weigeren de bewuste poster op de stations.

Is hij zo erg dan? Even op het internet zoeken.  Daar vind ik de poster: moeder Maria, zonder kindje Jezus. In zijn plaats ligt er een konijntje op haar arm. Het bloedt uit zijn hals.

Ja, een treinpassagier is veel gewend, maar wordt dit niet te gek?


Reclamemensen gebruiken vaak beelden en begrippen uit het christelijk geloof: aandacht verzekerd. Als zo’n reclame een beetje schokkend is, wordt het helemaal leuk. Dan kijken er nog meer mensen. Vanuit het reclamevak bezien is dat heel logisch, maar kan het zomaar?

Eerst een voorbeeld: in het begin van de veertiende eeuw schilderde Giotto een fresco van Christus die net gestorven is. Zo’n schilderij noemen wij tegenwoordig een ‘piëta’. De omstanders, Maria, Johannes en Petrus, werden zeer menselijk en expressief afgebeeld. Giotto zette een trend en generaties van schilders volgden: het christelijk geloof werd een geloof met veel klemtoon op meeleven met mensen die lijden. Precies op dat punt haakte de fotograaf van het kledingmerk Benetton in en hij fotografeerde een stervende aids-patiënt met familie in zo’n beetje dezelfde houdingen als op het schilderij van Giotto, bijna zevenhonderd jaar eerder!!
In het verre Nederland viel het niet zo op, maar in Italië was de rel compleet: 'Hoe durft die fotograaf? Mag je het sterven van Christus vergelijken met het sterven van iemand die wellicht een roekeloos seksueel leven achter zich heeft? Op de kunst van Giotto rust dan wel geen copyright meer, de geloofstaal die werd uitgedrukt heeft nog het volste recht op respect. Dat verjaart nooit!’


Reclamecode
In dezelfde tijd plakte een grote Nederlandse kledingzaak posters op de bushokjes met een man in een goedkoop pak die heel vroom omhoog keek. Het onderschrift luidde: ‘Twijfel niet, Hij is er!’ Dat werd een paar mensen te gek en zij stapten naar de reclamecodecommissie, de scheidsrechter die over de posters gaat. De reclamemakers kwamen er niet zonder kleerscheuren vanaf. De poster werd afgekeurd vanwege het onderschrift, want dat was ‘onnodig kwetsend.’ Hetzelfde overkwam een begrafenisondernemer die op de bushalte de vraag stelde: ‘Is er koffie na de dood?’ Belangrijke gedachten uit het christelijk geloof zijn dus niet vogelvrij.


De beste reactie?

Meestal gaan de moderne cultuur en het christelijk geloof met elkaar om in een soort haat-liefde verhouding. Het lijkt mij dat daar geen ontkomen aan is. Zolang er gelovigen zijn zullen de reclamejongens hun uitdagende spel dus wel blijven spelen. Moeten wij daarop afkeurend reageren of kunnen wij maar beter onze schouders ophalen? Ik denk dat wij onszelf en ons geloof in beide gevallen tekort doen en daarom stel ik iets heel anders voor. Als je uitdagende posters ziet, gebruik die dan als stimulans om over je geloof na te denken. Dat kan heel creatief en stimulerend zijn.
Hadden de fotografen van Benneton en van de Dierenbescherming met hun vingers van de christelijke beeldtaal moeten afblijven? Wat is er mis als christenen geprikkeld worden zich af te vragen hoever de betekenis van het lijden van Christus zich uitstrekt? Moeten wij daarover alleen herhalen wat wij van onze ouders hebben gehoord? Diverse voorgangers in jeugddiensten hebben de voorzet van Benetton heel handig gebruikt om een goed en eigentijds verhaal te doen over de betekenis van het lijden van Christus. Die betekenis reikt over de grenzen van ons fatsoen heen, dat is wel zeker. Was het dus laster om de aids-patiënt te laten poseren als de gestorven Christus?


Maar Maria met het konijntje dan; gaat dat niet te ver? Wie daar kritiek op heeft, kan zichzelf eerst deze vraag stellen: komt mijn verontwaardiging voort uit zorg om het geloof of ben ik boos omdat de poster mijn eetlust bederft? En verder: het mag dan een ruige en grimmige poster zijn, wil dat zeggen dat er geen wijsheid in zit? Onze aandacht voor het lijden in de wereld is meestal gericht op het lijden van mensen, maar in het Evangelie wordt al gesproken over het ‘zuchten van de hele schepping.’ De poster port mij in elk geval op om daar eens over na te denken.

 

Reclame voor het geloof?
Creatief omgaan met reclame betekent niet dat gelovigen de ruige beeldtaal van de reclame kunnen overnemen.  Daarvoor is de boodschap van het Evangelie te kwetsbaar en integer. De posters van de actie kerkbalans zullen dus nooit zo spannend zijn als die van Benneton, maar laten wij de reclamejongens toch ook maar een beetje ‘ruimte geven.’